19/01/2012 – Vandaag werd Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet in het Vlaams Parlement geïnterpelleerd over de budgettaire gevolgen van de federale pensioenhervorming voor het Vlaams onderwijs. Deze gevolgen kunnen substantieel zijn ten gevolge van het zogenaamde stelsel van terbeschikkingstelling (TBS). Op basis van die regeling kunnen personeelsleden in het Vlaamse onderwijs vanaf 56 jaar (voor het kleuteronderwijs) en vanaf 58 jaar (voor het basis- en secundair onderwijs) vervroegd uit hun job stappen. De Vlaamse overheid betaalt dan een deel van hun loon uit tot zij in het (federale) systeem van vervroegd wettelijk pensioen kunnen stappen (op 60-jarige leeftijd). “Open Vld wil van dit momentum gebruik maken om structureel in dit stelsel in te grijpen zodat we ook morgen nog voldoende, kwalitati ef hoogstaande en goed betaalde leraars in ons onderwijs hebben”, aldus Vlaams Volksvertegenwoordiger Marleen Vanderpoorten.
De huidige TBS-regeling kent haar oorsprong in de jaren ’80 toen er te veel leraren waren. De bedoeling was om oudere leraren te stimuleren om plaats te maken voor jongeren. Een leraar kon er gebruik van maken vanaf de leeftijd van 55 jaar. In de paarsgroene regering Dewael werd deze regeling ter discussie gesteld. De arbeidsmarktrapporten van het departement Onderwijs maakten destijds namelijk duidelijk dat er een lerarentekort dreigde dat vanaf 2001 een alarmerend peil zou bereiken. “Met andere woorden, het was toen al hoog tijd om deze tijdelijke regeling te wijzigen. Na veel discussies met de vakbonden en het parlement kon ik als toenmalig minister van Onderwijs de uitstapleeftijd optrekken van 55 tot 56 jaar voor kleuteronderwijzers en van 55 tot 58 jaar voor de rest van het onderwijzend personeel, met een overgangsregeling en een reductie van het wachtgeld voor al wie in die period e tussen 50 en 55 jaar was”, stelt Vanderpoorten.
Mede als gevolg van de demografische groei en een dalende instroom in de lerarenopleiding kondigt zich vandaag echter opnieuw een heel groot lerarentekort aan. “Het is dus – zelfs los van de federale pensioenhervorming – sowieso tijd om ons te bezinnen over de vervroegde uitstap en over het wachtgeld dat vervroegde uitstappers desgevallend ontvangen. We gaan het heus niet redden met enkele schrale voorstellen zoals het inschakelen van Nederlandse leraars in het Vlaamse onderwijs, zoals minister Smet onlangs lanceerde. Grondige, structurele maatregelen zijn nodig om in de komende jaren voldoende, kwalitatieve en goed betaalde leraren voor de klas te hebben. Het onderwijs in Vlaanderen is internationaal gekend en geroemd omwille van een sterk lerarenkorps, we mogen dit nu niet verloren laten gaan”, stelt Marleen Vanderpoorten.
Op federaal niveau is nu de beslissing genomen om de algemene, vervroegde pensioenleeftijd op te trekken naar 62 jaar. Dit betekent dat, als de TBS-regeling onverkort op 56/58 jaar behouden blijft, deze regeling voortaan vier tot zes jaar moet overbruggen, wat de Vlaamse overheid jaarlijks pakken geld zal kosten (de huidige TBS-regeling kost per jaar 215 miljoen euro). In budgettair krappe tijden is dit moeilijk vol te houden. De Vlaamse regering zal dan ook keuzes moeten maken, niet alleen om de mogelijke budgettaire gevolgen van de federale hervorming op te vangen maar ook om het dreigende tekort aan leraren structureel aan te pakken. Het momentum is er om meer fundamenteel en structureel in te grijpen.
“Open Vld is van oordeel dat een herzien van de TBS-regeling dringend en nodig is, maar dan wel op voorwaarde dat dit in een totaalpakket met andere maatregelen gebeurt. Het gaat immers over de hele loopbaan van onze leraars. De werkdruk is voor velen zeer hoog en de eisen die gesteld worden aan leraren, zijn niet te onderschatten. Een wijziging van de huidige uitstapregeling zal volgens ons dan ook ontegensprekelijk gepaard moeten gaan met een redelijke overgangsregeling die rekening houdt met de leeftijd van de onderwijzers en wachtgelden.
Marleen Vanderpoorten