In het basisonderwijs bestaat al geruime tijd een maximumfactuur. Dit betekent dat schoolkosten onder het bepaald bedrag moeten blijven per kind en per schooljaar. Ouders weten daardoor perfect wat hen het komende schooljaar te wachten staat aan uitgaven… zolang hun kind in het kleuter-of lager onderwijs zit.
Eens zoon of dochter naar het secundair onderwijs stapt, wordt het een ander verhaal. Sommige scholen hebben het onderwerp opgenomen in hun schoolreglement of doen (vrij strikte) aanbevelingen aan hun leerkrachten voor het bepalen van lesmateriaal.
Lokale besturen trachten soms via het LOP (lokaal overlegplatform) of een ander overlegorgaan de scholen op hun grondgebied te sensibiliseren richtlijnen inzake schoolkosten op te stellen, en een vangnet voor wie moeilijkheden heeft om te betalen.
Niet alle scholen willen hier echter van horen en soms dreigt een hoge schoolkostenfactuur een heuse drempel te vormen bij een eerlijk gelijke-onderwijskansenbeleid. En hier knelt het schoentje. Zolang de Vlaamse overheid niet overgaat tot het bepalen van een maximumfactuur voor alle studierichtingen in het secundair onderwijs, zullen er altijd scholen blijven die zich niets aantrekken van de negatieve spiraal die ze creëren op sociaal vlak. De Vlaamse overheid heeft tot dusver de stap naar een maximumfactuur in het secundair onderwijs niet willen zetten. Ook in de startnota voor een nieuwe Vlaamse regering komt het onderwerp niet aan bod.
Scholen die reeds werken met een maximumfactuur ervaren deze nochtans als een win-winsituatie voor leerlingen én hun ouders aan de ene kant en scholen aan de andere kant. De betrokken scholen hebben minder rekeningen die onbetaald blijven en een maximumfactuur dwingt tot nadenken over welke uitgaven echt de moeite waard zijn, in overleg met ouders, leerlingen en leerkrachten.
Het stimuleert dus betrokkenheid en inspraak. Iedereen wint erbij. Tenzij misschien de uitgevers van de talrijk gebruikte invulboeken…