Ik heb mijn grootvader, Arthur Vanderpoorten, nooit gekend. Ik ben zelf geboren 9 jaar na het einde van WO II en dus ook 9 jaar na zijn overlijden. Ik heb in mijn jeugdjaren altijd heel veel over hem horen vertellen in de familie en nadien heb ik ook heel veel over en van hem gelezen.
Arthur Vanderpoorten had een eerder atypische politieke carrière. Hij was reeds de 50 voorbij toen hij eerst senator en nadien minister werd. Hij heeft zijn leven lang echter wel rechtlijnig en consequent sociaal-liberaal gedacht en gehandeld.
Hoewel hij professioneel vooral gelieerd was aan de economische sector, als handelsvertegenwoordiger, was hij als voorzitter van het Lierse Willemsfonds en als actieve liberaal vooral begaan met de democratisering en emancipatie van de bevolking via onderwijs en vrijetijdsbesteding.
Om dezelfde reden was hij overtuigd van het belang van de Vlaamse taal, binnen het Belgisch staatsbestel, en van het rijksonderwijs. Als senator liet hij de wet-Vanderpoorten goedkeuren die ervoor zorgde dat de gebouwen van het rijksonderwijs niet langer door de lokale besturen maar door de nationale overheid zouden gebouwd en onderhouden worden. De eerste school van die aard op het Lierse grondgebied, het Atheneum Campus Arthur Vanderpoorten, is om die reden naar hem genoemd.
Arthur Vanderpoorten werd op 3 september 1939 minister van Openbare Werken en nadien van Binnenlandse Zaken, in de regering Pierlot III, een regering van nationale eenheid met christendemocraten, socialisten en liberalen. Toen de regering bij het uitbreken van WO II in ballingschap in Londen ging, bleef Arthur Vanderpoorten met 7 collega’s in de niet-bezette Franse zone waar hij Belgische vluchtelingen hielp.
Op 4 januari 1943 werd hij in Le Pont-de-Claix gearresteerd op verdenking van het verlenen van steun aan een verzetsorganisatie en ontsnappingslijn. Hij werd gevangengezet in Fresnes, nadien getransporteerd naar Buchenwald en Oranienburg-Sachenhausen. Hij kreeg het statuut van Nacht und Nebel-gevangene.
Omdat zijn familie toch een poging deed om hem pakjes te zenden, werd hij gestraft met een transport naar Natzweiler waar hij in de zoutmijnen zou moeten werken. Een bombardement op de trein deed hem echter opnieuw in Sachenhausen, en bij de ontruiming van het kamp, in Bergen-Belsen terechtkomen. De fel verzwakte Arthur Vanderpoorten overleed er op 3 april 1945 aan tyfus.
Mijn familie, mijn partij en heel wat sympathisanten wilden dit overlijden graag herdenken met een bloemenhulde aan zijn monument op de site van het Atheneum, Campus Arthur Vanderpoorten. De omstandigheden zijn vandaag echter van die aard dat we de herdenking moeten uitstellen tot het najaar.
Recente reacties