Vorige week werd door ICOR (Interuniversitair Centrum voor Onderwijsrecht en –beleid) 60 jaar Schoolpact in de kijker geplaatst. Tal van eminente sprekers die zowat het ganse onderwijsveld vertegenwoordigden hielden er toespraken, gingen in debat of probeerden (voorzichtig) een knelpuntje in het huidige onderwijsbeleid bloot te leggen. Voorzichtig inderdaad, want het moest vooral een viering worden en geen stekelig over en weer gediscussieer.
Geen zwaar inhoudelijke statements dus. Van de plenaire vergadering op de openingsavond is mij ook niet veel bijgebleven. Wat mij wél is opgevallen en bovenmate gestoord heeft, is dat de impact van het katholiek onderwijs op het beleid en van zijn getrouwen in allerlei organisaties opnieuw zoveel duidelijker aanwezig is dan pakweg 10 jaar geleden. Dit hoorde ik niet zozeer in de tussenkomsten en toespraken maar ik zag het aan de invulling van namen naast functies. Door de aard en de initiatiefnemers van de manifestatie zal dit beeld ongetwijfeld disproportioneel versterkt zijn, maar toch…
Ik had zelf wat studiewerk verricht in aanloop naar de bijeenkomst en had veel teksten herlezen, van anderen en van mezelf, die in de periode van het ontstaan van het decreet over gelijke onderwijskansen (het onderwerp waarover ik moest spreken) gepubliceerd werden.
We schreven toen 2002. Inschrijvingsrecht in alle scholen, voor alle kinderen, was één van de pijlers waarop het decreet uitgewerkt werd. Het was ook één van de discussiepunten waar de toenmalige CD&V-oppositie stevig tegen van leer trok. Volgens hen moesten scholen immers de vrijheid hebben leerlingen te weigeren…
Ik blijf erbij dat het decreet nooit zou zijn goedgekeurd in een andere dan paarse Vlaamse regering. Een regering met CD&V zou veel meer de kant van het (soms elitaire) katholiek onderwijs gekozen hebben en veel minder die van de gelijke onderwijskansen in alle scholen.
Het decreet is door de onverzettelijkheid van de toenmalige paarse meerderheid onder mijn ministerschap goedgekeurd, en heeft, ondanks de wijzigen en bijsturingen die er sindsdien aangebracht zijn, stand gehouden. Het is echter tot dusver de enige beleidsmatige stap die gezet is om de almacht van de katholieke scholen in te perken.
In tijden waarin, nog steeds, ongeveer 75% van de ouders hun kinderen naar katholieke scholen sturen terwijl tegelijkertijd de “ontkerkelijking” met rasse schreden toeneemt, zou men kunnen verwachten dat ouders en jongeren de “K” in het pedagogisch project meer en meer in vraag zouden stellen. Daarenboven wordt het katholiek onderwijs, anders dan vroeger, voor bijna volle 100% betaald door de overheid: is het dan niet hoog tijd dat meer pluralistische projecten in meer scholen aan de orde zijn?
Regelmatig hoor ik ouders de “K” in vraag stellen maar hun kinderen toch vrolijk elke morgen aan de “K”-school afzetten…Ik vraag hen dan of ze weten waar die “K” voor staat. Ik zie ze denken “kwaliteit” maar ze durven dat nog net niet zeggen …
Misschien toch tijd als Open Vld hier klare taal te spreken?
Recente reacties