Verslag plenaire vergaedering:
Mevrouw Marleen Vanderpoorten:
Voorzitter, minister, collega’s, gisteren stond in de krant een bericht over een aangezegde staking. Wij ontvingen ook een mail van de Werkgroep Kleuterscholen, met een bijlage van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO) over de stand van zaken van het komende decreet ter financiering van het basisonderwijs. Het zou mij te ver leiden om op de inhoud van die bijlage in te gaan. Er staan zaken in waarmee wij het eens zijn, maar ook andere die moeilijker liggen, zoals de ontkleuring van de uren lichamelijke opvoeding en van de GOK-uren.
Wat volgens mij echter helemaal ongehoord is, zijn twee elementen. Een: het nieuwe financieringssysteem zal ertoe leiden dat 20 procent van de scholen minder lestijden zullen hebben. In de nota staat zelfs dat 5 procent een fulltime leerkracht zullen moeten laten gaan. Dat lijkt me toch wel heel onwaarschijnlijk. Ik kan mij niet indenken dat dit echt uw plan is. Twee: u zegt altijd dat u met heel veel mensen overlegt, maar blijkbaar niet met de Werkgroep Kleuterscholen. Die mensen zijn ontvangen door de commissie, in het Vlaams Parlement. De werkgroep is een partner die in dit belangrijke debat moet worden gehoord.
Klopt het dat 20 procent van de scholen lestijden zullen verliezen, en 5 percent zelfs een fulltime leerkracht? Bent u van plan om te spreken met Werkgroep Kleuterscholen? Zo ja, wanneer?
De voorzitter:
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw Elisabeth Meuleman:
Voorzitter, minister, collega’s, ongeveer 300 kleuterscholen zouden al hebben toegezegd om op 5 september te staken. Zij willen dat doen omdat u uw woord niet houdt. U houdt de belofte niet die u nochtans hier in het Vlaams Parlement hebt aangegaan. U beloofde in 2012 – al moet dat volgens uw beleidsnota in 2011 gebeuren, maar wij mogen ons niet blindstaren op de timing, want daar hebt u het soms nogal moeilijk mee – de middelen voor het kleuteronderwijs en het basisonderwijs gelijk te schakelen, en ook in extra middelen te voorzien voor kinderen die voldoen aan de kansarmoede-indicatoren.
In de commissie hebt u ooit zelf een cijfer gegeven. U zei dat u 50 miljoen euro nodig had om alleen al de omkadering van het kleuter- en het basisonderwijs gelijk te schakelen. Nu gaat u volgens de nota, die wij hebben kunnen inkijken en die een verslag is van het overleg, 49 miljoen euro uittrekken voor zowel de gelijkschakeling van het kleuter- en het basisonderwijs als de extra middelen voor kansarme kinderen. Dat kan uiteraard niet. Dat financieel plaatje klopt niet.
U moet dus besparen, en waar doet u dat? Waar u had gezegd dat u het zeker niet zou doen: het kleuterturnen wordt afgeschaft en er komen besparingen voor de kleinere wijkschooltjes. Zoals mevrouw Vanderpoorten heeft gezegd, zullen ook de niet-GOK-scholen moeten inleveren.
Minister, wat gaat u doen om de belofte, die u hier aan ons allemaal hebt gemaakt, toch waar te maken?
De voorzitter:
Minister Smet heeft het woord.
Minister Pascal Smet:
Voorzitter, ik begrijp de vragen niet zo goed. (Opmerkingen van mevrouw Marleen Vanderpoorten)
Ja, u kunt uw vragen zelf heel duidelijk vinden, maar u komt terug op dingen die ik al tien keer heb uitgelegd. Ik wil dat nog eens een elfde keer doen. We hebben heel duidelijk gezegd dat we als Vlaamse Regering werken aan een nieuw omkaderingssysteem. Dat zal in werking treden vanaf 1 september 2012. Mevrouw Vanderpoorten, u weet zeer goed dat je als minister over je voorstellen moet overleggen, dat je die moet bespreken en aanpassen. Dat is evident. Dat zit in de cultuur van het onderwijs.
Iemand zegt dat we het kleuterturnen willen afschaffen. Ik heb al twee keer gezegd dat we dat niet gaan doen. Blijkbaar is het moeilijk om een elementair begrip als ‘ontkleuring’ van middelen te begrijpen. Het is niet omdat je middelen ontkleurt, dat je iets niet meer doet. Het zal blijven bestaan. Men zal het moeten verantwoorden, niet elk jaar opnieuw, maar als er inspectie komt. Het is niet omdat je GOK-middelen ontkleurt, dat je geen GOK-beleid meer moet voeren. Het ene vloeit niet uit het andere voort. Dat hebt u niet gezegd, mevrouw Vanderpoorten, iemand anders wel. U bent verstandig genoeg om dat niet te zeggen, gelukkig maar.
We hebben nog niet beslist wat we doen. We zijn nog de laatste hand aan het leggen. Er wordt, mevrouw Meuleman, niet bespaard. Leg eens uit hoe je, als je 50 miljoen euro extra in een systeem steekt, bespaart in dat systeem. Je vertrekt van 100 miljoen euro en je eindigt met 150 miljoen euro. Hoe dat een besparing is, begrijp ik niet. Bij mij is 100 plus 50 nog altijd 150, geen 50 of 75 of 25. We besparen dus niet, we steken er extra geld in en we gaan bijkomende kleuteronderwijzers en ‑onderwijzeressen aanwerven. Maar we hebben dat nog niet beslist. De Vlaamse Regering moet beslissen hoe, wat en wanneer we het doen. Wanneer weten we: in september 2012. U kunt van mij niet verlangen dat ik nu uitleg hoe.
Ik ben ook verbaasd over die mail. Die werkgroep zegt wel veel: de minister werkt niet uit en overlegt niet. Dan vraag ik me af wat we de afgelopen maanden hebben gedaan. We hebben met de koepels gesproken. Of meent u dat de koepels niet kunnen spreken namens al die scholen? Als dat uw mening is, hoor ik het u graag zeggen. Er wordt gezegd dat de minister niet overlegt met de kleuteronderwijzers en ‑onderwijzeressen. Ik praat wel met de vakbonden. Of meent u dat de vakbonden niet representatief zijn voor de kleuteronderwijzers en ‑onderwijzeressen in Vlaanderen? Het is uw recht om dat te vinden, maar tot nader order zijn die voor mij wel representatief en vertegenwoordigen die wel het basisonderwijs.
Met die mensen overleggen we heel intensief. Dat is niet meer dan normaal: over zo’n grondige hervorming moet je goed nadenken, je moet voorstellen op tafel leggen, simulaties maken en eventueel aanpassen. Dat doen we nu en we zullen er de komende weken de laatste hand aan leggen, zodat op 1 september 2012 een nieuw omkaderingssysteem met veel extra miljoenen euro’s met meer dan 1000 kleuteronderwijzers en ‑onderwijzeressen in werking zal treden. Wacht nog een beetje en u zult zien dat het een heel evenwichtig, transparant, eerlijk, objectief systeem zal zijn.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten:
Minister, we moeten wel veel wachten.
Minister Pascal Smet:
Maar we zijn op schema, mevrouw Vanderpoorten.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten:
Ik citeer niet uit de e-mail van de Werkgroep Kleuterscholen, maar uit het verslag van het VSKO. Dat is niet om het even wie. In dat verslag staat dat 20 procent van de scholen zullen moeten inleveren met lestijden. Dat zou een voorlopige stand van zaken kunnen zijn, maar dan verbaast dat me, want u hebt gezegd dat u dat voor het zomerreces zult voorleggen aan de Vlaamse Regering. Dat is binnen veertien dagen. (Opmerkingen van minister Pascal Smet)
Als men nu nog niet weet wat dit finaal wordt, dan zal men toch wel heel snel moeten werken. Ik weet dat u er moeite mee hebt te weten wanneer de zomer begint. Dat hebben we in de commissie gemerkt. (Opmerkingen van minister Pascal Smet)
Ik stel u een heel duidelijke vraag: klopt het dat 20 procent van de scholen zal moeten inleveren? Daar wil ik een antwoord op.
Mevrouw Elisabeth Meuleman:
Minister, u kunt proberen dit nu te verbloemen en stellen dat u nog niets kunt zeggen, omdat u nog helemaal niet klaar bent, maar u bevindt zich wel in de finale fase van het overleg. Er zijn een aantal verslagen die al duidelijk aangeven welke richting u uit wilt gaan. U bent zich aan het voorbereiden om decreetteksten klaar te hebben in september 2011, en nog mogen we u niet op uw woord nemen, moet alles met een korreltje zout worden genomen, zal alles nog anders uitdraaien dan in die nota staat. We moeten er alweer gerust in zijn en u geloven op uw woord. Volgens u mogen we op beide oren slapen, want het zal wel weer allemaal in orde komen. U kunt ons toch niet kwalijk nemen dat we ons ernstige vragen stellen bij wat u nu aan het doen bent.
De voorzitter:
De heer De Meyer heeft het woord.
De heer Jos De Meyer:
Voorzitter, minister, geachte leden, op 1 september 2012 zal er sprake zijn van 49 miljoen euro voor bijkomende omkadering voor het kleuteronderwijs. Dat is niet onbelangrijk. Het is ook niet abnormaal dat er verslagen circuleren van besprekingen. Dat wijst op transparantie en een grote betrokkenheid.
Minister, toch wil ik nogmaals en ten overvloede één zorg onderstrepen. Wij vinden een school dichtbij huis in het lager- en kleuteronderwijs, een dorpsschool, bijzonder belangrijk. We vernemen dat wordt overwogen de aparte telling voor de vestigingsplaatsen af te schaffen. Ik wil erop wijzen dat dit er in sommige omstandigheden toe zou kunnen leiden dat vestigingsplaatsen in kleinere dorpen of in wijken in grote gemeenten hun deuren moeten sluiten. Mocht dat het gevolg zijn van deze maatregelen, dan moeten we al het mogelijke doen om dat te voorkomen. Deze dorpsschooltjes zijn immers soms het enige dat overblijft van het sociaal weefsel in sommige wijken en dorpen.
De voorzitter:
Mevrouw Deckx heeft het woord.
Mevrouw Kathleen Deckx:
Minister, we moeten heel duidelijk stellen dat we de zorg van de kleuterscholen absoluut delen. U hebt al enkele malen aangegeven dat u de omkadering zult versterken, dat er extra geld zal komen en dat er tegen 1 september 2012 inderdaad een oplossing zal zijn. Ik begrijp het ongeduld van de mensen in de sector. Ik begrijp het ongeduld bij de werkgroep, maar er moet ook op een goede manier worden gewerkt en u moet de kans krijgen om het overleg dat u bent begonnen met de koepels en de vakbonden voort te zetten, om tot een goede en voor iedereen aanvaardbare oplossing te komen.
Wel betreur ik dat de werkgroep blijkbaar vaststelt dat de partners waarmee u spreekt, niet de juiste partners zijn. Wat dat betreft, kan ik hen eerlijk gezegd niet volgen. Het lijkt me dat, door het overleg met de vakbonden en de koepels, alle representatieve organisaties betrokken zijn, en dat men daar ook zijn verhaal kwijt kan.
Minister, ik hoop dat u zich in dezen aan de timing kunt houden en dat er tegen dan echt wel een definitieve oplossing is.
De voorzitter:
Mevrouw Celis heeft het woord.
Mevrouw Vera Celis:
Voorzitter, ik sluit me daar heel graag bij aan. Het beleidsdomein Onderwijs is de voorbije twee jaar heel goed gespaard gebleven van besparingen. Bij het begin van deze legislatuur is afgesproken dat de grootste groei voorzien is voor de tweede helft van de legislatuur.
Wat dat betreft, zitten we perfect op schema. Op dat vlak sluit ik me aan bij de minister. Wij voeren kleuterparticipatie zeer hoog in het vaandel. Er wordt nu 50 miljoen euro extra in die kleuteromkadering gepompt. Dat is een mooie geste. Daarnaast ben ik me er wel van bewust dat verder met alle betrokken actoren moet worden nagedacht over hoe we daar op korte en langere termijn verder aan tegemoet kunnen komen.
Minister Pascal Smet:
Ik begrijp de verontwaardiging van sommigen hier niet. We zitten perfect op schema. We overleggen, we werken uit, we simuleren, we bekijken wat het effect is van bepaalde maatregelen. We nemen dit echt heel serieus. We proberen een systeem uit te werken dat eerlijk en doorzichtig is en dat met veel zorgen rekening houdt. Wanneer de regering echter nog geen beslissing heeft genomen, kan ik hier toch niet komen uitleggen wat die beslissing is. We zijn nog volop bezig met de voorbereiding van de beslissing. We gaan daar niet over één nacht ijs omdat het te belangrijk is. Daarom willen we overleggen.
Nogmaals, wij spreken met heel veel representatieve mensen. Meent u dat, indien de werkgroep vindt dat wij niet goed overleggen, die koepels en het gemeenschapsonderwijs niet representatief zijn voor de scholen? Vindt u ook dat de vakbonden niet representatief zijn voor de kleuteronderwijzers en kleuteronderwijzeressen? We hebben met die mensen de afgelopen maanden al heel wat tijd doorgebracht. Het ging dan heel specifiek over de problematiek van het basisonderwijs en de omkadering daarvan. We hebben altijd gezegd dat we dat zouden doen vanaf 1 september 2012. We moeten dat immers goed voorbereiden.
Mevrouw Vanderpoorten, mevrouw Meuleman, wat de Vlaamse Regering wil doen, is wat ook uw partijen vragen. In deze moeilijke budgettaire situatie is het niet zo evident om altijd maar meer geld te investeren zonder na te gaan hoe het systeem in elkaar zit. Daarbij moet misschien de volledige regeling wel eens worden bekeken. U hebt het regeerakkoord toch ook gelezen. Maar misschien is dat niet uw optie. Dat kan ik begrijpen, want u zit in de oppositie.
De regering heeft echter wel beslist dat ze die middelen zal ontkleuren. Daarmee geef ik uitvoering aan het regeerakkoord. Wanneer men middelen ontkleurt, moet men nagaan wat de effecten daarvan zijn. Vandaar dat we de nodige voorzorgen nemen en de nodige simulaties maken. We zitten perfect op schema. Zodra de beslissing is genomen, zullen we die uitleggen.
De regering werkt tot 22 juli. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
En als het moet, langer, zegt de minister-president.
Mevrouw Marleen Vanderpoorten:
Minister, u bent er een kei in om rond de hete brij heen te draaien. U hebt niet geantwoord op mijn vraag of het gaat over 20 procent van de scholen. Dat zijn er honderden die minder lestijden zullen hebben.
Ik richt me tot de meerderheid. Ik stel voor dat de collega’s van de commissie Onderwijs tijdens het reces eens goed nadenken. Wat nu op papier staat, betekent dat bijna vijfhonderd scholen minder lestijden zullen hebben als het nieuwe financieringssysteem in werking treedt. Ik heb die gegevens gekregen van het VSKO. Vindt de meerderheid dat goed? Ik heb geen ontkenning gekregen van de minister. Ik ben benieuwd wat het resultaat zal zijn.
Mevrouw Elisabeth Meuleman:
Minister, momenteel gaat voor elke euro die naar een kind van het basisonderwijs gaat, 60 eurocent naar een kind in het kleuteronderwijs. U hebt gezegd dat u dat zult gelijkschakelen. Dat is meer dan nodig. Die gelijkschakeling zal 50 miljoen euro kosten. Nu voorziet u in 49 miljoen euro voor de gelijkschakeling en voor de GOK-kinderen uit kansarme milieus. Het is heel goed dat u wilt voorzien in extra middelen voor GOK-kinderen, maar dan niet ten koste van de scholen die niet zo veel GOK-kinderen hebben. In die klassen zitten momenteel 25 of meer kindjes. Die kunnen niet elders worden bij geplaatst om op die manier te kunnen voorzien in extra middelen voor de GOK-kinderen. Zij hebben dat nodig maar er zit geen rek meer op die zogenaamde witte scholen, niet voor de kleuters en peuters. Er moet voor beide groepen dan ook in extra middelen worden voorzien. Wat u doet, is te weinig en te laat.
De voorzitter:
Het incident is gesloten.
Recente reacties